Het systeem van controle van EU-geld moet op de schop
Weblog
Elk jaar concludeert de Europese Rekenkamer dat er te veel fouten worden gemaakt bij de uitgaven van de Europese Unie. Het huidige systeem van verantwoording en controle van EU-geld voldoet niet, waarschuwt president Pieter Duisenberg.
Kunnen inwoners van Nederland en andere EU-landen erop vertrouwen dat de Europese Commissie het EU-geld correct en volgens de regels uitgeeft? Het antwoord op deze vraag wordt steeds belangrijker omdat, zeker met de vele miljarden van het coronaherstelfonds, er steeds meer geld door ‘Brussel’ wordt verdeeld.
Uit het jaarverslag van de Europese Rekenkamer over 2023 blijkt dat er te veel fouten zijn gemaakt bij de EU-uitgaven. De Europese Rekenkamer heeft daarom een afkeurende verklaring afgegeven. Medio februari komen de ministers van Financiën bijeen in Brussel in de Raad Economische en Financiële Zaken. Op de agenda staat onder meer het advies van de Raad aan het Europees Parlement over de decharge van de Europese Commissie voor de uitvoering van de EU-begroting in 2023. Met het verlenen van decharge zegt het parlement dat de begroting naar behoren is uitgevoerd.
Serieus geld
De Tweede Kamer debatteert op 12 februari 2025 met de minister van Financiën over wat zijn inzet in de Raad moet zijn. Ik ben van mening dat het systeem van verantwoording en controle op de schop moet.
Wat is er aan de hand?
De Europese Rekenkamer, de financiële waakhond van de EU, heeft nog nooit de uitgaven van de EU goedgekeurd. Elk jaar concludeert deze rekenkamer dat er te veel fouten worden gemaakt. In 2023 waren er fouten bij bijna 6 procent van de EU-uitgaven. Dat gaat om serieus geld: circa € 9 miljard. Wat trouwens niet wil zeggen dat er geen resultaten zijn behaald; in veel gevallen zijn de regels daarbij niet correct toegepast. Soms is EU-geld uitgegeven, terwijl het niet binnen de subsidievoorwaarden paste.
Toch verleent het Europees Parlement jaar in jaar uit decharge aan de Europese Commissie voor de uitgevoerde EU-begroting. De Raad – in feite de lidstaten – adviseert daartoe ook altijd positief. Nederland vindt al jarenlang dat negatief geadviseerd moet worden aan het Europees Parlement, maar dat is een minderheidsstandpunt.
Dit jaarlijkse ritueel is bijna gewoon geworden, maar dat is het natuurlijk niet. De burgers van de EU moeten erop kunnen vertrouwen dat het EU-geld op de juiste manier wordt besteed. Veel fouten bij de uitvoering is funest voor dat vertrouwen. In de loop van 2025 beginnen de onderhandelingen over de volgende EU-meerjarenbegroting voor de periode na 2027. Dat is een goed moment om ook aandacht te vragen voor de correcte uitvoering van de begroting en voor een beter systeem van verantwoording en controle.

Vooral fouten in lidstaten
Het huidige systeem van verantwoording en controle van EU-geld voldoet niet. Die conclusie kun je na al die jaren wel trekken. Er worden te veel fouten gemaakt in en door de lidstaten. Denk daarbij aan fouten bij de aanbesteding van projecten, het overtreden van staatssteunregels, of het verstrekken van subsidies voor activiteiten die niet passen bij de subsidiedoelstelling.
Hoe het per lidstaat precies zit met de fouten weten we niet, en dat vormt de kern van het probleem. De Europese Rekenkamer controleert de uitgaven van de EU steekproefsgewijs. Die steekproef maakt het mogelijk om iets te zeggen over de EU-uitgaven als geheel, maar niet over de situatie in de afzonderlijke lidstaten. De Europese Rekenkamer velt geen oordeel per lidstaat. Lidstaten kunnen daarom niet in het openbaar, door het nationale of Europese Parlement aangesproken worden op gemaakte fouten bij het uitgeven van EU-geld. En het is ook niet duidelijk welke verbeteringen er nodig zijn in de afzonderlijke lidstaten.
Nederlandse ministers verantwoorden zich in jaarverslag
In Nederland verantwoorden de ministers zich voor de EU-uitgaven aan het Nederlandse parlement. Dat valt te lezen in bijlagen bij hun jaarverslag. De Algemene Rekenkamer toetst de totstandkoming van deze informatie in die bijlagen.
In de meeste andere EU-landen is geen sprake van verantwoording door de nationale overheid aan het nationale parlement, en speelt de nationale rekenkamer ook geen rol bij de controle van de uitgaven van EU-middelen.
Wat moet er gebeuren?
Als nationale parlementen op basis van informatie van nationale rekenkamers de verantwoordelijke ministers kunnen aanspreken op gemaakte fouten is de kans groot, of in elk geval groter, dat de verantwoordelijke ministers zich zullen (proberen te) verbeteren. Maar daarvoor is wel inzicht nodig in wat er waar fout gaat.
Ik zal daarom bij mijn collega’s in EU-landen pleiten voor meer aandacht door nationale rekenkamers voor EU-geldstromen, zodat er inzicht komt in de fouten bij de lidstaten. Zo kunnen nationale parlementen in staat worden gesteld zich een beeld te vormen over de nationale uitvoering en kunnen zij de verantwoordelijke ministers aanspreken.
Ik ben ervan overtuigd dat alleen een gezamenlijke inspanning van de rekenkamers op Europees én nationaal niveau ervoor kan zorgen dat het aantal gemaakte fouten bij de uitvoering van de EU-begroting teruggedrongen wordt en Europees geld zo meer kan bijdragen aan het bereiken van doelen en het vertrouwen van burgers en bedrijven in de EU.
Deze tekst is als opinieartikel op 10 februari 2025 ook in NRC gepubliceerd.
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.