Een integraal verhaal?
Weblog
“Action without vision is only passing time, vision without action is merely day dreaming, but vision with action can change the world.” Nelson Mandela.
Nog geen dertig jaar geleden ging Zuid-Afrika gebukt onder de Apartheid. Daar kwam verandering in toen de na tientallen jaren gevangenschap vrijgekomen Nelson Mandela en toenmalig president Frederik Willem de Klerk begonnen aan de onderhandelingen die afschaffing van de Apartheid tot gevolg hadden. Maar die belangrijke stap bracht nog geen gelijkheid en rechtvaardigheid. Een volgende stap was onder meer het toegankelijk maken van de economie voor alle inwoners van Zuid-Afrika. Om dat te realiseren kreeg professor Mervyn King in 1992 de opdracht om een commissie te leiden die een ‘good governance code’ voor het Zuid-Afrikaanse bedrijfsleven moet opstellen. De code moest leiden tot een meer inclusieve economie en vormde de basis van een ontwikkeling naar een geïntegreerde manier van zaken doen en verslaglegging. Niet alleen in Zuid-Afrika, ook in de rest van de wereld.
‘integrated reporting applies principles and concepts that are focused on bringing greater cohesion and efficiency to the reporting process, and adopting ‘integrated thinking’ as a way of breaking down internal silos and reducing duplication. It improves the quality of information available to providers of financial capital to enable a more efficient and productive allocation of capital. Its focus on value creation, and the ‘capitals’ used by the business to create value over time, contributes towards a more financially stable global economy.’ *
Die bijzondere ontstaansgeschiedenis van ‘integrated reporting’ werd me duidelijk gemaakt toen ik in Londen de International Integrated Reporting Council (IIRC) bezocht. Maar tot mijn verbazing kreeg ik er ook te horen dat het vooral het bedrijfsleven is dat het instrument benut, en niet of nauwelijks de publieke sector. Alleen in Australië en Nieuw-Zeeland wordt er ook door de overheid serieus werk van gemaakt, werd me verteld. Terwijl je juist zou denken dat politiek en overheid in de allereerste plaats oog hebben voor waardencreatie in brede zin.
Om een verstandig besluit te kunnen nemen moet je namelijk lering kunnen trekken uit wat is geprobeerd in het verleden.
Grote bedrijven zoals Coca-Cola en in Nederland de NS hebben de integrale manier van denken van King inmiddels wel omarmd. Dit leidt bijvoorbeeld tot investeringen van Coca-Cola om het verbruik van water te verminderen en water in het productieproces opnieuw te gebruiken. En een NS die niet alleen investeert in treinen maar ook in goede fietsenstallingen en fietsverhuur om de totale reistijd van hun reizigers te verlagen. Dit levert niet alleen meer treinreizigers en minder totale CO2 uitstoot op, door de reistijd van haar reizigers te verlagen levert het bedrijf ook op een andere manier een bijdrage aan hun productiviteit en de Nederlandse economie. Integraal denken, dus van deur tot deur, is de invalshoek.
Toch zijn er ook in de publieke sector initiatieven om breder te kijken. Zo is de zogenaamde Monitor Brede Welvaart ontwikkeld nadat een onderzoekscommissie van de Tweede Kamer daarom vroeg. Het CBS heeft dat idee professioneel uitgewerkt en recent gepubliceerd. De Monitor Brede Welvaart schetst een integraal beeld van onze welvaart en welzijn. De monitor beschrijft ons opleidingsniveau, het slachtofferschap van misdaad en tal van andere zaken die bijdragen aan ons totale gevoel van welvaart. Maar de monitor is nu een los document, en geen onderdeel van de besluitvorming over beleid en publiek geld. De in de monitor benoemde zaken zijn ook geen onderdeel van de plannen die in de begroting staan. Nu is door de Tweede Kamer gevraagd aan de regering om ‘in kaart te brengen op welke manier de Monitor Brede Welvaart kan worden geïntegreerd in de algehele besluitvorming, alsook op departementaal niveau.’
Daar wordt het interessant: want daarmee wordt de verbinding gelegd tussen de inzet van publiek geld, het beleid, de maatregelen die worden genomen én de te bereiken maatschappelijke effecten. Bovendien gaat het volgens die motie om ‘algehele besluitvorming’ - dus vooraf, en niet alleen om de jaarverslagen en verantwoording achteraf.
Om een verstandig besluit te kunnen nemen moet je namelijk lering kunnen trekken uit wat is geprobeerd in het verleden. En op basis van ervaring zaken verbeteren, of anders doen. Dat klinkt logisch, maar dat is het nog lang niet. Dat blijkt maar al te vaak uit onderzoek van de Rekenkamer. Een voorbeeld vormt de aanpak om de luchtkwaliteit te verbeteren. Zowel Rijk als gemeenten en provincies werken daaraan. Maar er zijn van tevoren geen duidelijke afspraken gemaakt over het volgen van het daarmee gemoeide geld en de doelen die ermee bereikt worden. Dus blijft onbekend hoeveel geld er in totaal aan wordt uitgeven en wat de opbrengsten van de verschillende maatregelen zijn. Daardoor weet niemand hoe belastinggeld voor dit doel het effectiefst kan worden gebruikt. Wanneer we erin slagen de informatie hierover te verbeteren ligt schonere lucht voor minder geld in het verschiet.
Uitvoering van de motie kan herhaling van dit soort situaties helpen voorkomen.
Conclusie: wanneer de indicatoren uit de monitor verbonden worden met visie en actie in een begroting en later terugkomen in reflectie en lering in een verantwoording, kan er heel wat veranderen - om met Mandela te spreken.
Een ontwikkeling dus om in de gaten te houden; integrated reporting door de overheid.
* http://integratedreporting.org/resource/international-ir-framework