Waarom weten we niet wat EU Nederland opbrengt?
Weblog
Op 14 oktober 2020 heeft de Algemene Rekenkamer haar onderzoeksrapport over de nettobetalingspositie van Nederland in de EU gepubliceerd. Wij vonden het nodig om de cijfers over dit saldo van uitgaven aan en ontvangsten van de Europese Unie eens duidelijk op een rij te zetten. Er bestaat namelijk al langere tijd onenigheid over tussen de Europese Commissie en de Nederlandse regering.
Het verschil van mening betreft voornamelijk de afdrachten van Nederland aan de EU. Moet je daarin nou wel of niet de zogenoemde douanerechten (de importtarieven over de goederen die via Nederland de EU binnenkomen) meetellen? De Commissie vindt van niet, want de douanerechten worden in de douane-unie met alleen nog maar buitengrenzen namens de EU geheven en worden, na aftrek van de heffingskosten, door de betreffende lidstaat in zijn geheel overgedragen aan de EU. Nederland vindt van wel, want de invoer van goederen hangt in belangrijke mate samen met de economische activiteiten van Nederland en ontstaat niet plotseling doordat er een douane-unie is.
Wat is het effect van de verschillende definities op de cijfers voor de periode 2014-2019? Volgens de Nederlandse definitie is Nederland deze hele periode de grootste nettobetaler van de EU. Volgens de definitie van de Europese Commissie is die Nederlandse positie iets bescheidener en is Nederland soms de grootste nettobetaler (2014), maar varieert de positie verder van de 2e tot 5e plaats. De ‘zuinige’ landen waarmee Nederland recent optrok in de onderhandelingen voor het meerjarig financieel kader voor de komende 7 jaren in de EU, zoals Zweden, Oostenrijk en Denemarken, staan ook in de top 5.
Maar wat zegt het nou eigenlijk? Een eenkennige blik op Europese Unie kan erdoor worden versterkt. De toegevoegde waarde van de EU laat zich immers moeilijk aflezen uit deze overzichten. Het gaat daarbij veel meer om vragen als; wordt onze economie sterker en gezonder door de EU, kunnen we prettiger leven, wonen, werken, reizen en zijn we veiliger?
Toch is de vraag wat we als EU-burgers betalen aan de EU en wat we er voor terugkrijgen terecht. De Algemene Rekenkamer pleit er al jaren voor dat het veel duidelijker moet zijn welke resultaten behaald worden met door EU-geld gesubsidieerde projecten. Wat waren de opbrengsten? Was het nuttig en nodig? Daarop antwoord geven blijkt voor zowel de EU als de lidstaten nog steeds een grote uitdaging. Maar waar geen duidelijke resultaten getoond kunnen worden, ligt verspilling of de schijn van verspilling op de loer.
De Europese Rekenkamer en de rekenkamers in de EU-lidstaten kunnen door middel van onderzoek dat ontbrekende inzicht alsnog proberen te verschaffen. Zo bracht de Algemene Rekenkamer vorig jaar in beeld bij welke boeren in Nederland landbouwsubsidies terecht komen. Daaruit bleek dat een aanzienlijk deel terecht kwam bij boeren met een inkomen van meer dan twee keer modaal. Maar het zijn in de eerste plaats de EU en de lidstaten zelf die dit inzicht moeten verschaffen. Zoals de Nederlandse regering in nauwe samenwerking met de Tweede Kamer via de operatie ‘Inzicht in Kwaliteit’ de doeltreffendheid en doelmatigheid van het overheidsbeleid wil verbeteren. Het is hoog tijd voor een Europese operatie ‘Inzicht in toegevoegde waarde’.
Tot die tijd zullen overzichten zoals die van de nettobetalingspositie blijven circuleren. En tot die tijd vinden wij het bij de Algemene Rekenkamer onze taak om dit soort overzichten uit te leggen en verschillen te verklaren.
Ewout Irrgang is collegelid van de Algemene Rekenkamer