Baobabbomen en lessen uit de oliewinning
Weblog
Baobabbomen zijn de mooiste bomen die er bestaan. Ze zijn enorm. Zo groot dat het reuzen zijn vergeleken met andere bomen die er naast staan. Ze torenen er bovenuit. Tegelijkertijd zijn ze ook majestueus, ondanks hun enormiteit. Als ik de weg vroeg ergens naar toe kreeg ik vaak als routebeschrijving: ‘Als je daar aangekomen bent, dan zie je een grote baobabboom. Daar vlakbij is het.’ Baobabbomen die ons de weg wijzen. Er schijnt ook een Afrikaans gezegde over te zijn: ‘Wijsheid is als een baobabboom, zij is niet door een persoon te omvatten’. Samenwerking tussen mensen leidt tot wijsheid. Wijsheid die ons de weg wijst.
Met die gedachte in het achterhoofd vloog ik begin 2019 naar Pretoria in Zuid-Afrika voor het tekenen van een samenwerkingsovereenkomst. Die overeenkomst was het startschot van een bijzonder samenwerkingsproject tussen de nationale rekenkamers van Kenia, Tanzania, Mozambique, Nederland en de Afrikaanse koepelorganisatie van Engels- en Portugeestalige rekenkamers, AFROSAI-E. De Algemene Rekenkamer zou technische ondersteuning bieden aan de drie Afrikaanse rekenkamers bij het doen van zes audits. De belangrijkste vraag: controleren Afrikaanse regeringen goed of olie- en gasmaatschappijen niet te hoge kosten in rekening brengen? De vervolgbijeenkomsten met de audit-teams in Pretoria, Dar es Salaam en Maputo verliepen daarna voorspoedig. Midden 2020 zouden de resultaten gereed moeten zijn.
Maar toen kreeg de Keniaanse rekenkamer een nieuwe auditor-general, de hoogste bestuurder. En de Tanzaniaanse rekenkamer onverwacht ook. En brak de pandemie uit. Alle reizen waren opeens onmogelijk. Lokale lockdowns in Nederland en de Afrikaanse landen. Tegen de klippen op bleven de audit-teams elkaar digitaal ontmoeten via Teams of Zoom. Zelf leerde ik op die manier ook de nieuwe auditor-generals van Kenia en Tanzania kennen. Natuurlijk liepen de audits door de pandemie ook vertraging op. Van de nood werd gelukkig ook een deugd gemaakt. Een speciaal ontwikkelde online cursus over onderzoek naar oliecontracten werd wegens groot succes in verschillende talen uitgebracht. Medewerkers van een ruim 40 rekenkamers hebben tot nu toe de cursus gevolgd. Om het samenwerkingsproject officieel af te sluiten organiseerde de Algemene Rekenkamer eind vorige maand samen met AFROSAI-E een digitale conferentie. Ik ging er met enige onzekerheid naar toe. Wordt dat wel wat: een volledig digitale conferentie? En wat was er nu terecht gekomen van die audits in de drie Afrikaanse landen?
Die zorgen bleken onterecht. Het aantal aanmeldingen voor de afsluitende conferentie overtrof met ruime 250 registraties alle verwachtingen. Meer dan 200 medewerkers van rekenkamers uit een kleine 50 landen logden tegelijkertijd in. De meeste audits zijn inmiddels klaar. Al liggen ze in bijna alle gevallen nog op het bureau van de auditor-generals ter goedkeuring en zijn ze dus nog niet gepubliceerd. Desondanks konden we de belangrijkste resultaten bespreken.
In diverse deelnemende landen waren geen goede controlemechanismen aanwezig om na te gaan of de kosten die de internationale olie- en gasbedrijven opvoeren en bij de overheid in rekening brengen correct zijn. De Afrikaanse rekenkamers gaan uiteraard aanbevelingen doen aan hun regeringen om hierin verbetering te brengen. Het risico bestaat immers dat deze internationaal opererende bedrijven te hoge kosten toerekenen aan de olie- en gaswinning in hun landen. Met als gevolg dat voor deze Afrikaanse landen een lagere opbrengst overblijft dan waar zij recht op hebben. Afrikaanse landen krijgen zo niet hun fair share. Ook voor Nederland een interessant vraagstuk nu we in de fase van afbouw van gaswinning in Groningen zitten. Werk aan de winkel dus. Maar door goede samenwerking zijn we wel een stuk wijzer. Over hoe rekenkamers en hun regeringen kunnen bijdragen dat landen en hun burgers hun fair share krijgen uit de winning van olie en gas.